volgende       volgende
1725

Synagoge aan de Boompjes in Rotterdam

Buiten Amsterdam verwierven vooral Zwolle, Den Haag en Rotterdam naam en faam als belangrijke centra van Joods leven. Zwolle, in de Middeleeuwen een plaats waar Joden neerstreken, werd in de achttiende eeuw een belangrijke uitvalshaven in het oosten van de Republiek. Daar gunden de gilden Joodse kooplieden meer rechten dan waar dan ook in het land. Grote bekendheid verwierf de in 1772 benoemde opperrabbijn David Jacobs Stibbe, die bijna zeventig jaar de Joodse gemeenschap van Zwolle diende. Hij was er aanvankelijk als chazzan en sofeer (schrijver van Torarollen) binnengekomen en dreef er ondertussen een drogisterij.

Den Haag werd vanaf het eind van de zeventiende eeuw een belangrijk centrum van renteniers en vooraanstaande Portugees- Joodse diplomaten, in dienst van diverse Europese koningshuizen. Families als de Lopes Suasso’s, de Teixeira de Mattos’, de De Pinto’s, de Machado’s en de Pereyra’s verwisselden Amsterdam voor de hofstad en leidden er een luxueus bestaan. De twee Portugese gemeentes, die er aanvankelijk waren, sloten zich in 1743 aaneen. Voortaan hielden zij dienst in de vorstelijke en gracieuze synagoge die in 1726 verrees aan de Prinsessegracht en in opdracht van de Portugese gemeente Honen Dalim ontworpen was door de beroemde Franse architect Daniel Marot.

Synagoge aan de Boompjes in Rotterdam, 1790 Jer. Snoek.

Hoogduitse Joden vestigden zich er in ongeveer dezelfde tijd, soms in dienst van Portugezen of als zelfstandige ondernemers. Zij stonden sinds 1748 onder de bezielende leiding van opperrabbijn Saul Halevi. Den Haag beschikte ten tijde van de Republiek ook als enige Joodse gemeenschap buiten Amsterdam over een Hebreeuwse drukkerij, namelijk die van Leib Soesmans.

Joods Rotterdam kende een langere voorgeschiedenis. Het was één van de eerste steden, na Alkmaar en Haarlem, die Joden in 1610 een voorstel deed tot vestiging en tot vrije beoefening van de Joodse religie maar ‘met alle stillichheyt’. Er moesten dan wel minimaal dertig Joodse families in de stad komen wonen. Handelsbelangen vormden de basis van dit besluit. Het minimum aantal werd niet bereikt en het charter werd daarom in 1612 ingetrokken. Pas met de komst van de familie De Pinto in 1647 komt het Joodse leven er op gang. De uit Antwerpen en eerder uit Portugal gevluchte familie, stichtte er de beroemde academie voor Joodse studiën, de Jesiba de los Pintos, die in 1669 met de familie mee verhuisde naar Amsterdam. De Portugese gemeente van Rotterdam met de beroemde familie De la Penha werd in 1736 opgeheven.

Hoogduitse Joden kwamen vooral in de tweede helft van de zeventiende eeuw naar Rotterdam en ontwikkelden de stad tot het belangrijkste Joodse centrum buiten Amsterdam als tabakswinkeliers, geldwisselaars, schoenmakers, kleermakers, kleine handelaars en bedienden. In 1725 werd de beroemde synagoge aan de Boompjes ingewijd, later wreed verwoest tijdens het bombardement op Rotterdam in 1940. Het was de enige synagoge in West-Europa met een klok in de gevel.

© 2024, Joods Maatschappelijk Werk en Joods Educatief Centrum ‘Crescas’