In deze eeuw raken de uitersten elkaar: het is een eeuw waarin Nederlandse Joden in de samenleving op ongekende wijze een prominente rol vervullen. In muziek, dans, literatuur, journalistiek, politiek en de universitaire wereld zijn Joden niet weg te denken. Tegelijkertijd is het ook een eeuw met een onvoorstelbaar dieptepunt: in de oorlogsjaren worden Joden rechteloos gemaakt, uit het alledaagse leven verdreven en uiteindelijk in groten getale vermoord.
Na 1945 blijkt gaandeweg dat de geschiedenis van Joods Nederland niet is afgelopen en er toch een nieuw hoofdstuk wordt geschreven. Het zionisme, dat voor de oorlog nog weinig populair was, wordt wijdverbreid en de Staat Israël raakt vrijwel alle Joden emotioneel. In de schaduw van de Sjoa ontstaat er weer hoop en leven.
Het Joodse leven wordt steeds veelkleuriger: naast de orthodoxe gemeenten ontstaan nieuwe religieuze gemeenten. Steeds meer Joden kiezen er echter voor om buiten de bestaande instituties hun identiteit te beleven. In familie- en vriendenkring, door middel van cultuur en individuele spiritualiteit worden Joodse tradities doorgegeven en opnieuw vormgegeven.
Terwijl Joden vóór de oorlog dé minderheid in de samenleving waren, zijn ze nu één van de vele in een multicultureel land. De sterke focus op de herinnering aan de Jodenvervolging sinds de jaren 1960 zorgde ervoor dat enkele decennia lang grote maatschappelijke aandacht bestond voor Joden, jodendom en Israël.