Het is moeilijk een nauwkeurige omschrijving te geven van Samuel Pallache. Hij was zeker een kleurrijk figuur, de ‘man van drie werelden: een Marokkaanse Jood in Katholiek en Protestants Europa’. Hij gaf zich nu eens uit voor commercieel en diplomatiek agent van de sultan van Marokko in de Lage Landen, dan weer als informant, tussenpersoon en spion in Marokkaanse aangelegenheden aan het hof van de Spaanse koning in Madrid. Hij heeft zelfs nog geprobeerd zich permanent in Spanje te vestigen en tot het katholicisme over te gaan, maar moest Spanje hals over kop verlaten om niet door de Inquisitie gevangen genomen te worden. Hoe actief hij is geweest in de Portugees-Joodse gemeenschap van Amsterdam staat ter discussie, maar waarschijnlijk was hij lid van de Portugese gemeente Neve Salom. Zijn graf is in ieder geval te vinden op de Portugese begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel, waar hij in 1616 is begraven: de stoet werd tot de grens van Den Haag door Prins Maurits begeleid, die hem zo de laatste eer bewees.
Als Jood is Pallache rond 1550 in het Marokkaanse Fez geboren. Hij was een telg uit een vooraanstaande Spaans-Joodse rabbijnse familie uit Córdoba, die zich na de verdrijving van de Joden uit Spanje in Marokko had gevestigd. Zijn levensloop was niet rechtlijnig en zijn identiteit complex, zoals kenmerkend was voor veel Spaans- Portugese Joden in vroegmodern Europa. Ook in zijn carrière maakte hij veranderlijke keuzes, maar net hoe het hem politiek en sociaal uitkwam. Pallache was een ware kosmopoliet en reisde op en neer tussen twee continenten (Afrika en Europa) in ogenschijnlijk tegengestelde capaciteiten als koopman, maar ook als kaper; als geaccrediteerd diplomaat, maar ook als spion; als Jood, maar ook als Christen; hij was bijzonder rijk, maar eindigde uiteindelijk in diepe armoede.
In 1608 zou hij voor het eerst in de Nederlanden zijn opwachting hebben gemaakt en was hij tussen 1609 en 1614 betrokken bij de vele diplomatieke en financiële handelstransacties tussen Marokko en de Republiek, terwijl hij tegelijkertijd namens Marokko en de Republiek tegen Spanje kaperij bedreef. Bij de totstandkoming van een verdrag tussen Marokko en de Republiek is hij door de Staten- Generaal met een gouden ketting en medaille onderscheiden. Ondertussen spioneerde hij echter voor Spanje en werd hij in Engeland gevangen gezet. Zijn talenkennis stelde hem in staat actief op te treden als onderhandelaar en tussenpersoon, waarbij hij diverse naties bediende zonder zich aan één specifieke te verbinden. De Nederlandse tak van de familie Palache bleef een vooraanstaande plaats behouden: Isaac Palache werd in 1900 benoemd tot opperrabbijn van de Portugese gemeente van Amsterdam, terwijl zijn zoon Juda in 1925 professor Semitische talen werd aan de Universiteit van Amsterdam. Tot de dag van vandaag is de Palache-familie sterk betrokken bij het wel en wee van Joods Nederland.