volgende       volgende
1647

Dr. Ephraim Bueno

In 1647 werd Dr. Ephraim Bueno door Rembrandt als Joodse dokter op een ets en schilderij vastgelegd. Ook Lievens maakte van hem een gravure. Door beiden werd hij als een voornaam man afgeschilderd, ernstig en in chique kleren gehuld. Ephraim Bueno was geboren in Portugal en als arts in 1641 in Bordeaux gepromoveerd. Hij beoefende niet alleen de medische wetenschap, maar schreef ook als letterkundige Spaanse gedichten en verzorgde diverse uitgaven zoals de gezaghebbende Joods-juridische codex Sjoelchan Aroech van Joseph Karo en een Spaanse vertaling van de Psalmen. In 1656 stichtte Ephraim Bueno samen met Abraham Pereyra het studiegezelschap Tora Or, waar Portugezen zich konden verdiepen in het jodendom.
Portugese artsen kwamen als Bueno al in die hoedanigheid in Amsterdam aan. Isaac Orobio de Castro was eerder in Spanje lijfarts geweest van de hertog van Medina Coeli. Abraham Zacuto (1575- 1642) had dertig jaar in Lissabon als arts gewerkt voor hij zich uit angst voor de Inquisitie in Amsterdam vestigde. Hij was niet alleen een vooraanstaand arts maar publiceerde ook op wetenschappelijk gebied. Op het Iberisch Schiereiland stond de medische wetenschap bekend als een ‘joods’ beroep.

Door het grote aantal doktoren binnen de Portugese gemeenschap was het voor velen niet altijd even makkelijk een baan te vinden, al mochten ze ook niet-Joodse patiënten behandelen. Het was één van de redenen waarom Dr. Paulo de Lena weer verder trok en zich in Rouen vestigde. Anderen hadden als Ephraim nog wat bijverdiensten of moesten hier en daar met steun van de Portugese gemeente het hoofd boven water zien te houden. Toch bleef het beroep onder Joden populair: diverse universiteiten in de Republiek zoals Leiden, Utrecht, Harderwijk en Franeker, accepteerden Joden als student medicijnen. Vaak hadden zij al binnen hun eigen gemeenschap de nodige kennis en ervaring opgedaan en gingen zij slechts voor het afleggen van het examen naar de universiteitsstad.

De Joodse arts Ephraim Bonus, 1647 Rembrandt Harmenszoon van Rijn.

Asjkenazische Joden zien we als student medicijnen pas aan het eind van de zeventiende eeuw. Zo was er Hartog Alexander van Embden, die behalve arts ook een drukkerij had met de drukkersnaam Naftali Hirts Levi Rofé en in 1725 een winkel in oude en nieuwe boeken opende. Rond 1700 behoorden dertig Joodse artsen tot het Amsterdamse Collegium Medicum. Joodse artsen genoten een zeer goede reputatie, ook buiten de Joodse kring. Joseph Bueno, de vader van Ephraim, werd ontboden aan het ziekbed van prins Maurits. In de Ets Haim-bibliotheek bevinden zich enkele medische werken die door artsen geschreven zijn. De traditionele voorkeur onder (Nederlandse) Joden voor het beroep van arts vinden we ook in latere periodes terug.

© 2024, Joods Maatschappelijk Werk en Joods Educatief Centrum ‘Crescas’