volgende       volgende
1740

Oprichting van het Bet Hamidrasj Ets Haim

Hoogduitse Joden hadden aanvankelijk niet zo’n gestructureerde vorm van onderwijs als de Portugezen. Het bleef vooral bij privéonderwijs. Onderwijzers kwamen aan huis en moesten onder toezicht van de opperrabbijn staan. Ze ontbeerden echter vaak gedegen kennis van het Hebreeuws. Daarom werd in 1660 ook binnen de Hoogduitse gemeente een school opgericht. Het kreeg dezelfde naam als die van de Portugezen: Talmud Torah en was vooral gericht op onderricht aan arme kinderen.

Jiddisch bleef de voertaal, maar ook onder Asjkenaziem ontstond er vooral in de achttiende eeuw het initiatief om kinderen beter Nederlands te leren met de publicatie van een uit het Hebreeuws naar het Nederlands vertaald gebedenboek van Joseph ben Jacob van Maarssen. Gebedenboek en Tora waren de klassieke leermiddelen van het Joodse onderwijs. In 1728 verscheen het boek al in een tweede druk. Net als zijn vader was Maarssen Joods schoolmeester en beoogde hij met zijn Joods ABC Boeck een ‘seer goet ende bequaem’ onderricht in de Nederlandse taal ‘voor de jonge jeugt derselver natie’.

Detail van het gebouw, waar sinds 1883 het Bet Hamidrasj Ets Haim gehuisvest was. Rapenburgerstraat 109, Amsterdam.

In 1740 komt het met de komst van opperrabbijn Arjeh Leib ben Saul Loewenstamm uit Rzeszów in Polen, de schoonzoon van Chacham Tsvi, tot de oprichting van het Hoogduitse Bet Hamidrasj Ets Haim, oorspronkelijk gehuisvest in de Dritt Sjoel en in 1883 verhuisd naar de Rapenburgerstraat. Leib was vanuit zijn Pools-Joodse achtergrond verbijsterd over het lage niveau van het onderwijs in zijn gemeente. De instelling van dit Bet Hamidrasj gaf een belangrijke stimulans aan de studie van het jodendom binnen de Asjkenazische gemeente Amsterdam, maar verwierf niet het internationale élan als dat van de Sefardische Ets Haim jesjiewa waar een nieuwe generatie rabbijnen werd opgeleid. De Hoogduitse Joden bleven tot in de negentiende eeuw hun geestelijk leiders vooral betrekken uit de Joodse centra in Oost-Europa.

© 2024, Joods Maatschappelijk Werk en Joods Educatief Centrum ‘Crescas’