volgende       volgende
1661

Athiasbijbel

In 1661 rolde bij de vooraanstaande uitgeverij van Joseph Athias de Biblia Hebraica, de Hebreeuwse Bijbel, van de pers. Opmerkelijk is dat zowel Joodse als Christelijke religieuze autoriteiten aan deze uitgave hun goedkeuring hadden gegeven. Immers de Calvinistische hoogleraar theologie Johannes van Leusden zat in de redactie. Met de tweede editie in 1667 werd Athias door de Staten-Generaal met een gouden medaille en ketting onderscheiden. Hij produceerde in totaal ongeveer 450 titels, zoals naast de Biblia Hebraica, de Mishneh Torah, de Code van Maimonides in vier delen, afgerond door zijn zoon Immanuel en de Hebreeuwse Bijbel vertaald naar het Jiddisch.

De voorname uitgeverij van Joseph Athias was één van de vele Joodse uitgeverijen die tot de reputatie en roem van Amsterdam als belangrijk centrum van de boekdrukkunst hebben bijgedragen. Het Hebreeuws gedrukt in Amsterdam was herkenbaar en verwierf faam met zijn specifieke, mooi gesneden Hebreeuwse letters (Otiot Amsterdam). Joodse uitgeverijen publiceerden niet alleen Hebreeuws- of Jiddischtalige werken maar ook Spaanse en Portugese (en later ook Nederlandse) boeken. Beroemde uitgeverijen onder Portugezen waren behalve die van Joseph Athias, ook die van Menasseh ben Israel, David de Castro Tartas en Immanuel Benveniste. Laatstgenoemde werd vooral bekend om zijn uitgave van de Babylonische Talmoed, terwijl David de Castro Tartas – sinds 1662 had hij een eigen pers – naam maakte met de uitgave van de eerste krant in het Spaans gedrukt door een Joodse uitgever, de Gazeta de Amsterdam. Ook gaf hij gedichten uit van Daniel Levi de Barrios en veel gebedenboeken in het Hebreeuws en in het Spaans rond de verschijning van de mystieke messias Sjabtai Tsvi. Daarnaast verzorgde hij de uitgave van de zeven preken, uitgesproken bij de inwijding van de Portugese synagoge in 1675, verfraaid met acht gravures van Romeyn de Hooghe.

Titelblad van de Biblia Hebraica van Joseph Athias, 1667.

Hoogduits-Joodse uitgeverijen beperkten zich vooral tot uitgaven in het Hebreeuws en het Jiddisch: Uri Phoebus Halevi, de kleinzoon van één van de eerste rabbijnen van de Portugese gemeente Uri Halevi uit Emden, begon in 1658 zijn eigen uitgeverij. Hij drukte onder meer de Jiddische kranten Dinstagisje un Freitagisje Koerantn. Daarnaast maakte de rabbijn Mozes Frankfurter naam met zijn uitgeverij, opgericht in 1721. De belangrijkste Hoogduits-Joodse firma was wel sinds het begin van de achttiende eeuw die van Solomon ben Joseph Proops. Er werden allerlei boeken gedrukt die betrekking hadden op de Joodse wet, de kabbala (joodse mystiek), de Joodse ethiek en de geschiedenis. Uniek is de Hebreeuwse catalogus van zijn uitgegeven werken, een primeur voor die tijd. Proops kocht in 1761 het typografisch materiaal van Athias’ drukpers. Tenslotte kwam het zogenaamde Athias-kabinet in 2001 in permanente bruikleen terecht bij de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek, als uniek erfgoed uit Amsterdams Gouden Eeuw.

© 2024, Joods Maatschappelijk Werk en Joods Educatief Centrum ‘Crescas’