De familie Gomperts opereerde oorspronkelijk vanuit Kleef. Daar vergaarde stamvader Gompert Salomon een vermogen door het foerageren van alcohol en tabak aan de soldaten van het Hollandse garnizoen, dat er gelegerd was. Hij wierp zich ook op als de leider van de Joodse gemeente in Kleef. Later vestigde hij zich in Emmerich. Ondertussen ontwikkelde zijn nageslacht zich in de tweede helft van de zeventiende eeuw tot een internationaal befaamd handels- en bankiershuis met vestigingen in Duitsland, Centraal-Europa, Engeland en ook in de Republiek.
De familie zette het werk van hun stamvader als legerproviandeur voort en begaf zich ook op het gebied van de haute finance, waarbij zij krediet en leningen verstrekte aan internationale hoven. In Amsterdam waren de telgen Reuben en Mozes Gomperts actief. In de achttiende eeuw was de familie Gomperts één van de meest vooraanstaande families binnen de Asjkenazische elite van de Republiek.
Onder hen was de bankier Baruch Levi Gomperts, die zich in 1702 in Nijmegen vestigde, de leidende figuur. De Staten van Gelderland hadden al eerder het handelsbelang van de Gomperts-familie erkend en haar in 1690 bescherming en het recht op vestiging in alle Gelderse steden toegezegd.
In 1697 was er al sprake van een huissynagoge. Met zijn vestiging in Nijmegen in 1702 wierp Baruch zich ook op als beschermheer van Joden en kreeg hij het in 1721 voor elkaar om een beperkt aantal burgerrechten te verwerven. Deze rechten werden vooral verleend aan Joden van wie het stadsbestuur voordeel hoopte te trekken. Mede daardoor speelden enkele Joodse pachters van de stedelijke bank, artsen, handelaren, ambachtslieden en fabrikanten een belangrijke rol in de economische ontwikkeling van Nijmegen. Baruch Gomperts kocht in 1752 ook een gebouw dat dienst ging doen als synagoge. Daarnaast bekommerde hij zich internationaal om het lot van de Joden: in 1744 maakte hij met andere vooraanstaande Hoogduitse Joden in de Republiek, zoals Tobias Boas in Den Haag, van zijn relaties bij de Staten-Generaal gebruik om hun interventie te vragen tegen het verdrijvingsedict van Joden uit Praag. Nijmegen verwierf na de tijdelijk vestiging van Joden in de Middeleeuwen opnieuw glans met de komst van de familie Gomperts, die in haar kielzog de vesti